De Week tegen Eenzaamheid (1 tot en met 8 oktober) is weer begonnen, met honderden activiteiten gericht op het vergroten van de bewustwording over eenzaamheid, en op het bij elkaar brengen van mensen. Eenzaamheidsdeskundige van het eerste uur Jeannette Rijks juicht de aandacht voor eenzaamheid toe, maar in eenzame mensen bij elkaar brengen ziet ze niets: “Dat heeft alleen zin voor mensen die zich níét eenzaam voelen."
Het lijkt zo logisch, mensen die zich eenzaam voelen ervaren een gemis aan menselijk contact, dus als je ze met mensen in contact brengt zullen ze zich minder eenzaam voelen. Vandaar ook het enorme aanbod aan activiteiten, vaak gerund door vrijwilligers, dat zich richt op het tegengaan van eenzaamheid, vooral bij ouderen: van seniorenzwemmen tot museumbezoek, van wandelclubs tot burendagen, wie het activiteitenoverzicht van de coalitie Een tegen Eenzaamheid bekijkt ziet dat er aan initiatieven zeker geen gebrek is. Allemaal hartstikke lief en goedbedoeld, vindt eenzaamheidsdeskundige Jeannette Rijks (1953), maar initiatieven om mensen bij elkaar te brengen zijn volgens haar vooral goed om eenzaamheid te voorkomen; als mensen al langdurig (meer dan een jaar) eenzaam zijn, is er meer nodig om dat op te lossen. Maar dat dat kan, daarvan is ze overtuigd.
“Langdurige eenzaamheid en de stress die daarmee gepaard gaat heeft veel negatieve effecten op je hersenen: je IQ kan wel tien punten zakken, je wordt minder zelfverzekerd, je kan minder goed gezichten interpreteren, waardoor je anderen eerder als bedreigend of onbetrouwbaar zult inschatten, en doordat je oxytocinehuishouding verstoord raakt – het hormoon waardoor je je plezierig voelt in de nabijheid van anderen – kan je ook niet meer genieten van de omgang met anderen. Dus omgaan met anderen is eng, en je beleeft er geen plezier aan: waarom zou je het dan doen? Dat is het probleem van eenzaamheid.”
Een eenzame tante
Rijks’ professionele belangstelling voor eenzaamheid (“Mijn persoonlijke interesse voor eenzaamheid is er al vanaf de wieg”) begon bijna twintig jaar geleden, in 2000, toen haar tante haar vroeg om mee te gaan naar een gesprek met de huisarts. Geen vreemd verzoek voor een dame op leeftijd, maar deze tante woonde 2,5 uur reizen bij haar vandaan. Rijks was dus op het ergste voorbereid: “Ik dacht: er is iets verschrikkelijks met haar, want anders vraag je zoiets niet. Dat gesprek was hartstikke gezellig, totdat de dokter uiteindelijk vroeg: waar komt u eigenlijk voor? Mijn tante begon te huilen en vertelde: dokter, ik voel me zo verschrikkelijk eenzaam en ik weet niet wat ik er aan kan doen. Dat viel me eigenlijk mee, ik had iets veel ergers verwacht. Het heeft lang geduurd voordat ik doorhad dat dit net zo erg is als welke dodelijke ziekte dan ook.”
Als Rijks’ tante op dat moment adequaat was geholpen, dan was zij waarschijnlijk nooit de eenzaamheidsdeskundige geworden die ze nu is: iemand die zelfontwikkelde trainingen op het gebied van het bestrijden van eenzaamheid aanbiedt aan zowel particulieren, professionals als organisaties. Maar de huisarts vertelde aan haar tante dat haar eenzaamheid het gevolg was van haar eigen levenskeuzes, en dat hij daar dus niets aan kon doen. Hij kon haar alleen een halfjaar het antidepressivum Seroxat voorschrijven. “Ik vond dat zo’n verklaring van machteloosheid van die arts. Maar ook van mijzelf. Ik wilde mijn tante dolgraag helpen, haar iets aanreiken zodat zij zichzelf zou kunnen helpen. Maar er was niks, ik heb me helemaal klem gezocht. Ik had zelf een doctoraal psychologie, maar eenzaamheid was in geen enkel woordenboek van de psychologie als lemma opgenomen, het was gewoon geen onderwerp binnen de psychologie. Daar begon mijn zoektocht en die is niet meer opgehouden. Mijn tante heb ik helaas niet meer kunnen helpen met haar eenzaamheid, zij is twee jaar later overleden.”
Kennis over eenzaamheid
Inmiddels is Rijks een veelgevraagd eenzaamheidsdeskundige. Zij houdt op haar website Eenzaamheid Informatie Centrum de wetenschappelijke ontwikkelingen op het gebied van eenzaamheid bij en via haar bedrijf Faktor 5 biedt ze workshops, trainingen, groepscursussen en zelfs een deeltijdopleiding tot specialist Eenzaamheid aan. Het gebrek aan informatie en materiaal over eenzaamheid waar zij twintig jaar geleden tegenaan liep, heeft ze dus eigenhandig weggewerkt. En dat was nodig, want eenzaamheid is volgens Rijks een megaprobleem voor de gezondheidszorg. “Op het moment dat je je lang eenzaam voelt, word je ook sneller ziek en je ziektes duren langer. Er zijn tal van aanwijzingen uit onderzoeken dat eenzaamheid bevorderend werkt bij diabetes, bij hart- en vaatziekten, bij dementie. Alles opgeteld betekent dit dat mensen die zich eenzaam voelen tien jaar eerder overlijden dan leeftijdgenoten die zich niet eenzaam voelen. Eenzaamheid is echt een van de allergrootste problemen ter wereld in relatie tot gezondheid.”
Dat minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, Welzijn & Sport) vorig jaar het programma Eén tegen Eenzaamheid lanceerde juicht Jeannette Rijks dan ook van harte toe, maar over de uitvoering van het programma, en met name het gebrek aan kennis bij de uitvoerders ervan, is zij minder te spreken. “De kennis van het onderwerp is zo krankzinnig slecht. Ter illustratie, toen het actieprogramma vorig jaar startte ben ik er geweest, en toen bleek dat de mensen die zich bezighielden met het programma niet wisten dat het RIVM al jaren een perfecte website heeft met informatie over eenzaamheid. Ik las gisteren nog over een gemeente die onderzoek wilde gaan doen naar eenzaamheid. Dan denk ik: nou jongens, dat hoeft echt niet, we weten tot op buurtniveau hoe het gesteld is met eenzaamheid in Nederland, dat wordt al jaren gemeten. Maar de onbekendheid is zo groot dat er nu weer een opdracht is verstrekt aan een of ander onderzoeksbureau om dat te onderzoeken. Het enige wat die hoeven te doen is de cijfers van het RIVM op te slaan en een factuur te sturen.”
Eenzaamheid is zo oud als de mensheid
Eenzaamheid is geen nieuw probleem, volgens deskundige Rijks. Het heeft niets te maken met het internet of met social media; die maken mensen ontmoeten juist gemakkelijker dan ooit. Maar het probleem eenzaamheid is al zo oud als de mensheid zelf. “Het is een eeuwig bestaand probleem waarvan we nu pas de omvang beginnen te zien. Ik vergelijk het weleens met de ontdekking van hygiëne: vroeger dumpten we onze pies en poep ergens in de gracht, en artsen wasten hun handen niet als ze vrouwen hielpen bevallen, en we snapten maar niet waarom zo veel van die vrouwen overleden. Wij staan nu op het punt om te ontdekken hoe ongelofelijk belangrijk relaties zijn in het leven, en dat als we daar niet genoeg aandacht aan besteden we ziek worden van eenzaamheid.”
Praten over verschillende soorten eenzaamheid vindt Rijks niet nuttig, want: “Er is maar één soort eenzaamheid en dat is eenzaamheid”. Eenzaamheid is volgens Rijks net zoiets als honger; een lichamelijke reactie op een onwenselijke situatie, die eenzelfde hersenactiviteit veroorzaakt als fysieke pijn. Wel maakt Rijks onderscheid in de verschillende soorten contact waar een mens behoefte aan kan hebben: “Ten eerste intiem contact– met een partner, maar ook met jezelf; ten tweede het hebben van vrienden – relaties waarmee je wat onderneemt, waar je op kunt vertrouwen; en de derde soort behoefte is om ergens bij te horen dat groter is dan jezelf, de maatschappelijke behoefte oftewel je betrokkenheid met het leven. Dat kan van alles zijn, van je relatie met God, actief worden in de politiek tot hulpouder zijn op een school. Het probleem is dat ze door elkaar lopen.”
Wat er nodig is als iemand zijn eenzaamheid wil oplossen - want Rijks is ervan overtuigd dat dat in de meeste gevallen mogelijk is - is allereerst dat er iets moet gebeuren met de verkrampte hersenen: na een jaar eenzaamheid heb je een ‘eenzaam brein’. Op 16 oktober gaat neuropsycholoog Erik Scherder bij omroep Max uitleggen hoe dat precies werkt. Waar het op neer komt, is dat er andere hersengebieden geactiveerd worden, via niet-cognitieve manieren zoals bewegen, zingen of muziek maken. Rijks: “Als je lang eenzaam bent, ben je een soort zombie-uitvoering van jezelf, contact opzoeken met mensen heeft dan geen enkele zin. Ik hoor weleens van hulpverleners: ‘Het is ook logisch dat diegene eenzaam is, want dat is ook zo’n vervelend persoon’. Maar dat is wat eenzaamheid met je doet, eenzaamheid maakt je vervelend. Je moet leren hoe je je eenzaamheid oplost, maar dat kan pas als je hersenen weer een beetje normaal functioneren.”
Eenzaamheid oplossen
Maar hoe doe je dat dan, eenzaamheid oplossen? Jeannette Rijks is ervan overtuigd dat het kan, maar ze wil het probleem niet bagatelliseren door te doen alsof zij even in een paar woorden kan uitleggen hoe het moet. Wel noemt ze enkele belangrijke elementen van de oplossing, die ook onderdeel zijn van Rijks’ cursus Creatief Leven. Ten eerste moeten mensen dus zorgen dat hun hersenen uit de kramp komen. Ten tweede moeten mensen zichzelf en hun eigen leven onder de loep nemen: kijken wat ze nodig hebben en hoe ze dat voor elkaar gaan krijgen, vooral op het gebied van relaties. Ten derde, en dat is essentieel, moeten mensen hun eigen waarden leren kennen en hun waarden leren delen. Rijks: “Gedeelde waarden zijn het fundament van relaties. Iedereen zou zijn eigen waarden moeten kennen, want dat is de basis van de communicatie met anderen; hierop loopt communicatie ook vaak juist stuk, als waarden botsen.”
Een ander belangrijk element van Rijks’ benadering, die volgens haar verschilt van de gangbare aanpak van hulpverleners, is een verbod op het praten over ellende. Alles moet gericht zijn op het opdoen van positieve ervaringen in de omgang met anderen, en luisteren naar andermans ellende hoort daar niet bij: “Mensen moeten al een drempel over om aan zo’n cursus mee te doen, en dan wil ik ervoor zorgen dat ze alleen positieve ervaringen hebben. Het is zoals het is en je moet nu verder. Dus wat kan je nu uit jezelf, uit het leven, uit je hulpbronnen halen om ervoor te zorgen dat je er positiever in gaat staan?”
Jeannette Rijks wil zeker niet beweren dat eenzaamheid altijd op te lossen is, zo maakbaar is het leven niet, maar heel vaak zijn het volgens haar eenzame mensen zelf die om wat voor reden dan ook de oplossing in de weg staan. “Mensen die niet willen doen wat er moet gebeuren, bijvoorbeeld een jeugdtrauma oplossen, omdat ze het niet durven of er geen vertrouwen in hebben. Het is net als met stoppen met roken, dat kan iedereen, maar niet iedereen doet het. Dat is misschien wel mijn belangrijkste boodschap: eenzaamheid is niet iets wat je voor een ander kunt oplossen. Waar we naartoe moeten, is een totale omkering van het verhaal: het gaat er niet om dat een hulpverlener eenzaamheid herkent, maar dat mensen zichzelf moeten helpen.”
© Nationale Zorggids / Harmen van der Meulen